kotert op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·tert op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opkoteren |
kotert (...) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkoteren
- Jij kotert op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkoteren
- Hij kotert op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opkoteren
- Kotert op!
Gangbaarheid
- Het woord kotert op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.