koter op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·ter op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opkoteren |
koter (...) op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkoteren
- Ik koter op.
- gebiedende wijs van opkoteren
- Koter op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkoteren
- Koter je op?
Gangbaarheid
- Het woord koter op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.