koorgebed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koor·ge·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koorgebed | koorgebeden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het koorgebed o
- het dagelijks gezamenlijk bidden van monniken, nonnen en andere religieuzen in het koor van een kerk
- In de Lambertusbasiliek in Hengelo vindt zaterdagmiddag een bijzondere uitvoering plaats van de Mariavespers. De Schola Cantorum van deze kerk zingt dan gregoriaanse psalmen en gezangen die al eeuwenlang de kern vormen van het koorgebed in de Europese kloosters. [2]
- Oude gebruiken. Klokken en kloosters zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Volgens oud gebruik worden de klokken zeven maal geluid om de kloosterlingen op te roepen tot de koorgebeden. Vroeger had het klokgelui ook voor leken een betekenis. Ze waarschuwden niet alleen dat de mis begon, maar ook dat er ergens brand was uitgebroken of dat er een misdadiger werd verbannen. [3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord koorgebed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koorgebed" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 07-12-17 Gregoriaanse vespers in Lambertusbasiliek in Hengelo
- ↑ NRC 2 december 1999 ACTUALITEITEN
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be