kook af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kook af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkoken |
kook af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoken
- Ik kook af.
- gebiedende wijs van afkoken
- Kook af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoken
- Kook je af?
Gangbaarheid
- Het woord kook af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.