konijnenvoer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·nij·nen·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | konijnenvoer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het konijnenvoer o
- voer voor konijnen
- ▸ Een volwassen dwergkonijn heeft aan ongeveer 30-50 gram konijnenvoer per dag genoeg.[2]
- (schertsend) (pejoratief) voedsel voor vegetariërs, meestal verwijzende naar groente
- ▸ 'We zijn frietjes gaan halen met stoofvlees.' 'Terwijl hier een gezonde schotel in de koelkast stond.' 'Mijn idee. Ik had zin in een warme, vettige hap, niet in konijnenvoer.'[3]
- ▸ 'Konijnenvoer,' roept Godfried Mandjes, 'dat mens eet konijnenvoer.'[4]
- ▸ 'En waarom eet je dat konijnenvoer?' 'Het is quinoa. Heeft God je daar niet over verteld? Het nieuwe superfood.'[5]
Gangbaarheid
- Het woord konijnenvoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ konijnenvoer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Hans L Schippers“Hobbydieren houden: handboeken voor optimale verzorging van kleinvee en landbouwhuisdieren” (2009), VBK Media , ISBN 9789052107721, p. 46
- ↑ Weblink bron “Dodelijk verlangen” (2010), Standaard Uitgeverij, ISBN 9789460411410, p. 197
- ↑ Weblink bron “Voor wie ik heb liefgehad” (2016), Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., ISBN 9789024570959, p. 50
- ↑ Weblink bron “Ultiem bewijs” (2019), VBK Media , ISBN 9789026146633, p. 447