koggel
Uiterlijk
- kog·gel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koggel | koggels |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) bepaald gebak van zoet gebakken of gekookt deeg, meestal met bovenop peren of appels
- Jiddisj ook: kigel
- Het woord 'koggel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
koggel |
gekoggel |
volledig |
koggel
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Afrikaans
- Niet-samengesteld werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans