koesambiboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koe·sam·bi·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koesambi en boom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koesambiboom | koesambibomen |
verkleinwoord | koesambiboompje | koesambiboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de koesambiboom m
- (plantkunde) Schleichera trijuga een boom uit de Sapindaceae uit India en Indonesië waarvan de noten de makassarolie voortbrengen
- De bladeren van de koesambiboom zijn eetbaar en de boom is gastheer voor de lakschildluis die schellak produceert.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'koesambiboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.