knipklei

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  knipklei    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈknɪpklɛi / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• knip·klei

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  knip zn  en  klei zn 
  De benaming 'knipklei' die in Nederland landelijk wordt gebruikt, is afkomstig uit Friesland. In Groningen sprak men vroeger van knikklei en in Noord-Holland van pikklei. In Duitsland wordt het Knick of Knickmarsch (ook wel Brackmarsch) genoemd. De herkomst van de Noord-Hollandse benaming zou afkomstig zijn van het feit dat de aarde als 'pik' (pek) aan de werktuigen vastkleeft

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	knipklei
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de knipklei m

1. (waterbeheer) zeer taaie kleisoort

   • Deze klei is zeer geschikt voor de steenfabricage, zoals baksteen, stenen (gres) buizen en dakpannen. Nadat de laag knipklei is verwijderd en verwerkt in de steenfabriek, kan de bodem geschikt worden gemaakt voor landbouw. 

Gangbaarheid

• Het woord 'knipklei' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.