knakaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knak·aal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knakken ww en aal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knakaal | knakalen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de knakaal m
- een door een machine gedode aal die gebroken is in het midden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'knakaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.