klemt vast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klemt vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɛmt ˈvɑst / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- klemt vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit klemt (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastklemmen |
klemt (…) vast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklemmen
- Jij klemt vast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklemmen
- Hij klemt vast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastklemmen
- Klemt vast!
Gangbaarheid
- Het woord klemt vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.