kernthema

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kernthema    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkɛr^ənˌtema / (3 of 4 lettergrepen)

Woordafbreking

• kern·the·ma

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kern zn  en  thema zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kernthema	kernthemata kernthema's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kernthema o

1. belangrijkste punt van aandacht

   • Hoewel het kernthema 'een autoluw centrum' van de vorige gemeenteraadsverkiezingen van Platform Progressief Wierden is mislukt, denkt lijsttrekker Bert Klaas dat het idee nog steeds kan bijdragen aan de veiligheid.  
   • Slechts zes op de tien leden van de CNV Dienstenbond (36.500 leden) heeft plezier in zijn werk. De rest is niet gelukkig. Plezier in werk is kernthema geworden van het CNV.  
   • Heb je bij Pauw het gevecht om de gast gewonnen van concurrenten als Humberto Tan en Matthijs van Nieuwkerk? "Dat weet ik niet. Wel denk ik dat we ons kernthema juist hebben gekozen: vluchtelingen."  

Gangbaarheid

• Het woord kernthema staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kernthema" herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.