kenleer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ken·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kenleer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (filosofie) de tak van de filosofie die de aard, oorsprong, voorwaarden voor en reikwijdte van kennis onderzoekt
- ▸ De auteur is hoogleraar kenleer en ontologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.[2]
- ▸ Plantinga is een Amerikaanse christenfilosoof die zich gespecialiseerd heeft in de kenleer. Hij is vooral bekend door zijn stelling dat kennis van God als echte kennis mag gelden dankzij het feit dat openbaring een van de bronnen voor kennis is.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kenleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kenleer" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Dr. René van Woudenberg“Wetenschap buiten de ivoren toren” (04-01-2006), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Marc de Vries“Het conflict tussen natuurwetenschap en naturalisme” (21-05-2012), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Filosofie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 32 %
- Prevalentie Vlaanderen 39 %