kegelclub

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vaandel van een kegelclub
Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·gel·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kegelclub kegelclubs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kegelclubv / m

  1. een sportvereniging waarvan de leden de kegelsport beoefenen
    • Het team Rozenkamp-Midden 1 heeft het 21. kegeltoernooi, door kegelclub 'De Grinte' georganiseerd in kegelcentrum 't Haantje gewonnen. [2] 
    • Kegelzaal Winkelman in Buurse bestaat een kwart eeuw en viert dat komende zaterdag met een open huis. Ongetwijfeld zullen de dames van de lokale kegelclub ook van de partij zijn. Zij zijn vanaf het begin een van de vaste gebruikers van Winkelman. [3] 
    • Martin Koster was ruim 30 jaar vrijwillig brandweerman, is vrijwilliger bij het Openluchtmuseum Ootmarsum, vrijwillig smid voor het lokale cultureel erfgoed en voorzitter van Kegelclub Ons Genoegen. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen