karakteristiek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·rak·te·ris·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kenmerkend’ voor het eerst aangetroffen in 1792 [1]
- Afgeleid van karakter met het achtervoegsel -istiek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | karakteristiek | karakteristieken |
verkleinwoord | karakteristiekje | karakteristiekjes |
Zelfstandig naamwoord
karakteristiek v
- typerende eigenschap, waarmee iets of iemand zich onderscheidt van andere(n).
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | karakteristiek | karakteristieker | karakteristiekst |
verbogen | karakteristieke | karakteristiekere | karakteristiekste |
partitief | karakteristieks | karakteristiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
karakteristiek
Gangbaarheid
- Het woord karakteristiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "karakteristiek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -istiek in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %