kansrijk
Uiterlijk
- kans·rijk
- samenstelling van kans en rijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kansrijk | kansrijker | kansrijkst |
verbogen | kansrijke | kansrijkere | kansrijkste |
partitief | kansrijks | kansrijkers | - |
kansrijk
- (veel) kans op succes hebbend
- Maar zijn die aanvragen ook kansrijk?
- Het woord kansrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kansrijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be