kanaalarm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Twenteknaal met kanaalarm naar Almelo
Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·naal·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanaalarm kanaalarmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kanaalarmm

  1. zijtak van een door mensen gegraven waterweg
     Toen destijds het Kanaal door Zuid-Beveland werd verbreed, moest een complete buurt, Hansweert-Oost, worden afgebroken. De gedempte kanaalarm die het overblijfsel is van deze kanaalverlegging vormt nu een lege zone tussen het nieuwe kanaal en het dorp. Ook bij eerdere dijkversterkingen moesten veel woningen het veld ruimen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Jan Dirk van Scheyen
    “Sloop huizen schrikbeeld van Hansweert bij dijkverzwaring” (09-02-2018), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be