kamt op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kamt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opkammen

kamt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkammen
    • Jij kamt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkammen
    • Hij kamt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opkammen
    • Kamt op! 

Gangbaarheid