kamhout
Uiterlijk
- kam·hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamhout | |
verkleinwoord |
het kamhout o
- (textielindustrie) hout waarvan men weverskammen maakt
- (textielindustrie) deel van een weefgetouw
- (scheepvaart) schegbord
- Afrikaanse houtsoort, iroko
- Het woord 'kamhout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kamhout" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ kamhout op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Textielindustrie in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 29 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %