kalf af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kalf af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkalven |
kalf af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkalven
- Ik kalf af.
- gebiedende wijs van afkalven
- Kalf af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkalven
- Kalf je af?
Opmerkingen
- Om semantische redenen is deze vorm weinig gebruikelijk.
Gangbaarheid
- Het woord kalf af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.