Naar inhoud springen

jongstleden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 sep 2019 om 17:42
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jongst·le·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen jongstleden
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

jongstleden

  1. afgelopen, vorig
    • Hij werkt hier sinds jongstleden (jl.) maandag. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen