jongerenhotel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jongerenhotel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈjɔŋərə(n)hoˌtɛl/
Woordafbreking
- jon·ge·ren·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongerenhotel | jongerenhotels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het jongerenhotel o
- logiesbedrijf waar jongeren voordelig kunnen overnachten omdat de aangeboden voorzieningen op hen zijn afgestemd
- De jeugdige toeristen in het pas geopende jongerenhotel aan het Groninger Boterdiep willen waarschijnlijk best wel graag vermaakt worden, luidde de redenering. [1]
Gangbaarheid
- Het woord jongerenhotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Vos, S."Zomeroffensief" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 106 nr. 158 (8 juli 1993); p. 16 kol. 4; geraadpleegd 2016-12-14