izabeltapuit
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- iza·bel·ta·puit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Izabel zn en tapuit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | izabeltapuit | izabeltapuiten |
verkleinwoord | izabeltapuitje | izabeltapuitjes |
Zelfstandig naamwoord
de izabeltapuit m
- (zangvogels) Oenanthe isabellina een zangvogel uit de familie Muscicapidae (vliegenvangers)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'izabeltapuit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.