internettaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet en taal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internettaal | internettalen |
verkleinwoord | internettaaltje | internettaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een jargon voor internetgebruikers
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'internettaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.