internaatschool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·naat·school
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internaat zn en school zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internaatschool | internaatscholen |
verkleinwoord | internaatschooltje | internaatschooltjes |
Zelfstandig naamwoord
- school waar de leerlingen niet alleen les krijgen maar waar ze ook wonen
- ▸ Een blonde Zweedse directeur in een clubjasje met stropdas van een of andere internaatschool had nooit in hechtenis hoeven zitten in een proces dat over boekhoudfraude of zwart werk ging.[1]
- ▸ Volgens de kranten haken meer en meer ouders af omdat de factuur te hoog oploopt. Op internaat kost namelijk gemiddeld 250 euro per maand, omgerekend 13,50 tot 17 euro per dag. De internaatscholen met gespecialiseerde studierichtingen blijven het wel goed doen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'internaatschool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron (kld“Steeds minder kinderen op internaat” (15/09/2014), De Standaard