interim-president
Uiterlijk
- in·te·rim-pre·si·dent
- samenstelling van interim en president
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interim-president | interim-presidenten |
verkleinwoord | - | - |
de interim-president m
- (politiek) iemand die gedurende een overgangstijd het ambt van president vervult
- Dat heeft de Tunesische interim-president Fouad Mebazaa donderdag bekendgemaakt.
- Het woord interim-president staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.