informatief
Uiterlijk
- Geluid: informatief (hulp, bestand)
- in·for·ma·tief
- afgeleid van informatie met het achtervoegsel -ief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | informatief | informatiever | informatiefst |
verbogen | informatieve | informatievere | informatiefste |
partitief | informatiefs | informatievers | - |
informatief
- leerzaam, informatie gevend
- Het woord informatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "informatief" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be