Naar inhoud springen

indragen

Uit WikiWoordenboek


  • in·dra·gen

indragen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
indragen
droeg in
ingedragen
klasse 6 volledig
  1. iets ergens naar binnen dragen of brengen
    • Tweeling Steenbrink wil oude muziek de toekomst indragen: De barokinstrumenten van Judith en Tineke Steenbrink spreken een oude muzikale taal. Toch spelen de tweelingzussen alsof de inkt van de muziek nog maar net droog is. „Het is helemaal niet authentiek om alleen maar achterom te kijken.” [2] 
    • Ter opening van de kerkdienst samen het Amerikaanse volkslied zingen. Militairen die onder luid trompetgeschal de Amerikaanse vlag de immense kerkzaal indragen. Saluutschoten die uit de luidspreker klinken... [3] 
81 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Geerten Jan van Dijk 29-12-2017 Tweeling Steenbrink wil oude muziek de toekomst indragen
  3. Reformatorisch Dagblad Wim Kranendonk 25-06-2018 Preken over de grootheid van Amerika
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be