inbijten
Uiterlijk
- in·bij·ten
- samenstelling van in en bijten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inbijten |
beet in |
ingebeten |
klasse 1 | volledig | 1-2 |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inbijten |
bijtte in |
ingebijt |
zwak -t | volledig | 3 |
- onovergankelijk bijtend inwerken
- overgankelijk met een bijtend middel bewerken
- overgankelijk (een vaartuig) door drijfijs leiden
- Het woord inbijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inbijten" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[5] |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 77 %
- Prevalentie Vlaanderen 69 %