importbelasting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·port·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord importbelasting importbelastingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de importbelastingv

  1. (economie) belasting die men moet betalen over goederen die worden geïmporteerd uit het buitenland
     Niet zo vreemd, want sinds hij in 2010 de importbelasting op buitenlandse auto's drastisch heeft verhoogd om daarmee de eigen noodlijdende auto-industrie te beschermen, hebben in Vladivostok, een stad met ruim zeshonderdduizend zielen, de vijftigduizend mensen die in de autohandel werkten hun baan verloren.[1]
     De Amerikaanse president heeft voorgesteld voortaan 20 procent importbelasting te gaan heffen om de muur die hij wil bouwen bij de grens met Mexico te bekostigen. In zijn verkiezingscampagne heeft hij steeds gezegd dat de muur er zou komen en dat Mexico de bouw ervan zou betalen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2022 Weblink bron “Mexico: de Amerikaanse consument betaalt uiteindelijk de muur” (27-01-2017), NOS