ijzing
Uiterlijk
- ij·zing
- Naamwoord van handeling van ijzen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijzing | ijzingen |
verkleinwoord | ijzinkje | ijzinkjes |
- het ijzen
- Het woord 'ijzing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijzing" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be