ijsvrij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ijs·vrij
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs en vrij
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ijsvrij | ijsvrijer | ijsvrijst |
verbogen | ijsvrije | ijsvrijere | ijsvrijste |
partitief | ijsvrijs | ijsvrijers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ijsvrij
- (meteorologie), (onderwijs) het vrij hebben bij een strenge vorst
- De scholieren hadden ijsvrij toen de sneeuwstorm over het land trok.
- geen ijsafzetting bevattend
- Op de luchthaven reed het ijsvrije vliegtuig naar de startbaan.
- Wordt de noordpool ijsvrij?
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ijsvrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsvrij" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Meteorologie in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %