ijsbad

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ijsbad    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ijs·bad

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ijs zn  en  bad zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ijsbad	ijsbaden
verkleinwoord	ijsbadje	ijsbadjes

Zelfstandig naamwoord

het ijsbad o

1. een waterbad dat een temperatuur heeft van 0 ^oC

   • Hof rende een halve marathon in de sneeuw van Lapland, bij temperaturen van twintig graden onder nul, op blote voeten. Hij vertoefde uren in een ijsbad, zonder dat zijn lichaamstemperatuur daalde. 
   • 'Ik bleef me punt na punt concentreren. Ik moest agressief blijven en niet opgeven. Ik was moe, voelde kramp opkomen en ik was ook nerveus. Dus je begrijpt dat ik heel, heel blij ben. Nu gauw heel lang in een ijsbad liggen', zei Wawrinka na de partij. 
   • Vonk maakt zich druk om een onderdeel van het programma waarin kandidaten moeten blijven zingen terwijl ze in een ijsbad vol slangen worden gezet. Hij meent dat de dieren daarmee in levensgevaar zijn gebracht en zich bedreigd voelden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'ijsbad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsbad" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.