identificatienummer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- iden·ti·fi·ca·tie·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van identificatie en nummer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | identificatienummer | identificatienummers |
verkleinwoord | identificatienummertje | identificatienummertjes |
Zelfstandig naamwoord
identificatienummer o
- een nummer waarmee men geïdentificeerd wordt
- De politieagent vroeg naar mijn identificatienummer.
Vertalingen
1. een nummer waarmee men geïdentificeerd wordt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord identificatienummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.