huilt uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huilt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uithuilen |
huilt (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen
- Jij huilt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen
- Hij huilt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithuilen
- Huilt uit!
Gangbaarheid
- Het woord huilt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.