houdt buiten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houdt bui·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
buitenhouden

houdt (...) buiten

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenhouden
    • Jij houdt buiten. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenhouden
    • Hij houdt buiten. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van buitenhouden
    • Houdt buiten! 

Gangbaarheid