houd maat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houd maat
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
maathouden

houd (…) maat

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maathouden
    • Ik houd maat. 
  2. gebiedende wijs van maathouden
    • Houd maat! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maathouden
    • Houd je maat? 

Gangbaarheid