hou
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hou
Werkwoord
(informeel)
vervoeging van |
---|
houden |
hou
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
- Ik hou.
- gebiedende wijs van houden
- Hou!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
- Hou je?
Gelijkklinkende woorden
Gangbaarheid
- Het woord hou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hou" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be