Naar inhoud springen

hou

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 9 mei 2017 om 18:01 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hou

Werkwoord

(informeel)

vervoeging van
houden

hou

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
    • Ik hou. 
  2. gebiedende wijs van houden
    • Hou! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
    • Hou je? 
Gelijkklinkende woorden

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be