Naar inhoud springen

hou

Uit WikiWoordenboek
  • hou

(informeel)

vervoeging van
houden

hou

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
    • Ik hou. 
  2. gebiedende wijs van houden
    • Hou! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
    • Hou je? 
     Ik hou nu eenmaal van rituelen en heb door de jaren heen het een en ander overgenomen van de kerken die ik heb bezocht.[1]
     Ik hou van je, Lot. Geweldig. De angst houdt van mij. Ik hou ook van jou, Lobbes. Ik wil het schrijven. Ik wil het hem écht schrijven. Want de waarheid schrijven is altijd fijn.[2]
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be