horde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hor·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘bende’ voor het eerst aangetroffen in 1622 [1]
- [2] [3] [4] [5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | horde | horden hordes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een obstakel dat in de weg staat, een hindernis
- De bergpas is een grote horde die we moeten nemen.
- Zijn tegenwerking kon nog wel eens de grootste horde worden.
- een groep rumoerige mensen, een bende
- Vanaf het station kwam ons een horde mensen tegemoet lopen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord horde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "horde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "horde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ horde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ horde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ horde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ horde op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be