hoort toe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoort toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toehoren

hoort (...) toe

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren
    • Jij hoort toe. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren
    • Hij hoort toe. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van toehoren
    • Hoort toe! 

Gangbaarheid