hoort toe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoort toe
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toehoren |
hoort (...) toe
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren
- Jij hoort toe.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehoren
- Hij hoort toe.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van toehoren
- Hoort toe!
Gangbaarheid
- Het woord hoort toe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.