hoofdzakelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·za·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

hoofdzakelijk

  1. in belangrijke mate, in overwegende mate
    • Te Ter-Neuzen (thans Terneuzen) werden een paar jaren geleden, hoofdzakelijk door Belgisch kapitaal, groote fabrieken gebouwd ter bewerking van ijzer en staal. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bron:
    Tijdschrift: Het Nieuws van den dag.
    Opgericht door G. L. Funke en P. van Santen.
    No. 10363, Maandag 19 October 1903
    4e Blad. Bladzijde 14.
    Gemengd Nieuws.
    Het nieuws van den dag. 19 October 1903.
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be