honingsuiker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·ning·sui·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van honing en suiker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honingsuiker | honingsuikers |
verkleinwoord | honingsuikertje | honingsuikertjes |
Zelfstandig naamwoord
de honingsuiker m
- suiker die in honing aanwezig is, een mengsel van vruchtensuiker en druivensuiker
Gangbaarheid
- Het woord 'honingsuiker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.