vruchtensuiker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vruch·ten·sui·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrucht en suiker met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vruchtensuiker | vruchtensuikers |
verkleinwoord | vruchtensuikertje | vruchtensuikertjes |
Zelfstandig naamwoord
de vruchtensuiker m
Vertalingen
1. zie: fructose
Gangbaarheid
- Het woord vruchtensuiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.