honderdzevenentachtigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·en·tach·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzevenentachtigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdzevenentachtigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdzevenentachtigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzevenentachtigjarige honderdzevenentachtigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdzevenentachtigjarigev / m

  1. levend wezen dat 187 jaar oud is of iets dat 187 jaar bestaat
    • De honderdzevenentachtigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid