honderdzevenendertigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·en·der·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzevenendertigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdzevenendertigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdzevenendertigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzevenendertigjarige honderdzevenendertigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdzevenendertigjarigev / m

  1. levend wezen dat 137 jaar oud is of iets dat 137 jaar bestaat
    • De honderdzevenendertigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid