honderdvijfenzeventigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·vijf·en·ze·ven·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdvijfenzeventigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdvijfenzeventigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdvijfenzeventigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdvijfenzeventigjarige honderdvijfenzeventigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdvijfenzeventigjarigev / m

  1. levend wezen dat 175 jaar oud is of iets dat 175 jaar bestaat
    • De honderdvijfenzeventigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid