Naar inhoud springen

honderdvijfentachtigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·vijf·en·tach·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdvijfentachtigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdvijfentachtigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdvijfentachtigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdvijfentachtigjarige honderdvijfentachtigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdvijfentachtigjarigev / m

  1. levend wezen dat 185 jaar oud is of iets dat 185 jaar bestaat
    • De honderdvijfentachtigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid