honderdtweeënvijftigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·tweeën·vijf·tig·ja·ri·ge, hon·derd·twee·en·vijf·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdtweeënvijftigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdtweeënvijftigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdtweeënvijftigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdtweeënvijftigjarige honderdtweeënvijftigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdtweeënvijftigjarigev / m

  1. levend wezen dat 152 jaar oud is of iets dat 152 jaar bestaat
    • De honderdtweeënvijftigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid