honderdtweeënveertigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·tweeën·veer·tig·ja·ri·ge, hon·derd·twee·en·veer·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdtweeënveertigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdtweeënveertigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdtweeënveertigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdtweeënveertigjarige honderdtweeënveertigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdtweeënveertigjarigev / m

  1. levend wezen dat 142 jaar oud is of iets dat 142 jaar bestaat
    • De honderdtweeënveertigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid