honderdtienjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·tien·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdtienjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdtienjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdtienjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdtienjarige honderdtienjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdtienjarigev / m

  1. levend wezen dat 110 jaar oud is of iets dat 110 jaar bestaat
    • De honderdtienjarige is de oudste inwoonster van de stad. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid